A E7 E7 Am G C E7 E7 E7 F G C Dm E7 E7 Am Am Am [Verse 1] Am E7 E7 Am Als ik ooit mijn dorp moet verlaten, 't ware schrikkelijk godgeklaagd, G C E7 E7 als de storm mijn muren zou kraken, ik van huis en erf wierd verjaagd. E7 F G C Of geweun deur mensen verdreven uit de burcht die 'k zelf hè gebouwd, Dm E7 E7 Am Am gedoemd om voor de rest van het leven lijk nen dief te zijn uitgejouwd. [Interlude] Am E7 E7 Am Am Am [Verse 2] Am E7 E7 Am Stel dat alles mij hier werd ontnomen, mijn stove, mijn tafel, mijn bed, G C E7 E7 da'k hier nooit nie meer binnen mag komen, da'k uit al mijn recht werd ontzet, E7 F G C van mijn vrouwe en mijn kinders verbannen, al mijn boeken verbrand op de grond, Dm E7 E7 Am Am als de duvel hier samen zou'n spannen, zelfs beroofd van 't woord uit mijn mond. [Interlude] Am E7 E7 Am Am Am [Verse 3] Am E7 E7 Am Wat bleef er dan nog van mij over, van dien 'tjoolder zonder dak, G C E7 E7 van die schooier, schamel en pover, een verzonken en verzopen wrak, E7 F G C wat was ik zonder mijn instrumenten, ik was nen veugel zonder lied, Dm E7 E7 Am Am zonder al mijn vertellementen, ach, ik stierve van verdriet. [Verse 4] Am E7 E7 Am G C E7 E7 E7 F G C Als ik ooit mijn dorp moet verlaten, van mijn huis en erf weggejaagd, Dm E7 E7 Am Am als de storm mijn muren zou kraken, 't ware schrikkelijk godgeklaagd. [Outro] Am E7 E7 Am E7 Am