Alle vogels hebben nesten Specht en merel, duif en spreeuw Zuiden, noorden, oosten, westen Nesten, veilig, eeuw na eeuw Nest van strootjes, nest van blaren Nest van snippers van papier Nesten, veilig weggeborgen In het riet van de natuur In de bomen, in de struiken Onder daken, in een stal Vrije, vrije, vrije vogels Vrije vogels, overal Hebban olla wogela nestas Zei de dichter vroeger al Zoveel vogels, maar de mensen Hebben vaak niet eens een stal Vogels, vogels, veilig vliegen Op de vleugels van de wind Laten zich gewillig wiegen Maar niet veilig is het kind Door de honger, door de oorlog Door geweld, al eeuwen lang Hebben olla wogela nestas Zoveel kinderen zijn zo bang Alle vogels hebben nesten Maar veel kinderen zijn zo bang Zuiden, noorden, oosten, westen En het duurt al eeuwenlang Overal waar mensen zijn Zoveel kreten in de nacht Vaders, moeders, dochters, zonen Zo koelbloedig afgeslacht Nacht en nevels dan ontwaken Zie de zon in al haar pracht Zie ze branden, zie ze blaken Boven puin, zwart als de nacht