Am   E   G   F#m
E


[Couplet]
                   Am                           E
Als ze 's middags thuiskomt in de druilerige regen
                C                             F#m
En ze laat d'r fiets gewoon maar vallen in de heg
              E
Ze smijt d'r boeken in de hoek
              Am
Een schop d'r tegen
                  F                                  E
Dan weet ik al genoeg, maar kijk wel uit met wat ik zeg


[Couplet]
Am
Hij heeft het uitgemaakt
E
'k Heb het aan zien komen
G                                  F#m
Ooh, de eerste keer doet dat verschrikkelijk veel pijn
              F
Midden in de winter nota bene
          B
Nu alle kleuren zijn verdwenen
       E
Nu de zon maar niet wil schijnen
        E
En het eeuwig donker lijkt


[Refrein]
            A                             E
Als ik het kon schoof ik de hemel voor je open
               G                            F#m
Ik floot het fluitekruid zo uit de natte klei
             Bm               G
Ik haalde de kou uit de lucht
            Em     A     D
Ik hielp de winter op de vlucht
             Bb        Gm
Ik zette een koe in de wei
      Gm          F
En in ene was het mei
          Gm              Dm           C
En je verdriet was dan vergeten en voorbij


[Instrumentaal]
Am   E   G   F#m
E


[Couplet]
              Am                           E
Als ik later thee wil komen brengen op d'r kamer
                           C                          F#m
Roept ze door de deur: 'ik hoef niks, laat me nou met rust'
                     Dm
Wat vroeger met een pleister en een kus
        B
Of een snoepje was verholpen
                    E
Daar helpt nu geen lieve moeder meer
            E
Dat is voorlopig niet gesust


[Refrein]
            A                                E
Als ik het kon blies ik die grijze zooi aan flarden
               G                            F#m
Ik haalde de vogels uit het zuiden voor je terug
               Bm               G
Ik pleurde een ei in een nest
               Em     A       D
En ik zei, kom op je doet je best maar
          Bm          G               A
We moeten lente hebben en een beetje vlug


[Refrein]
          A                              E
Na elke winter is er altijd weer een lente
            G                              F#m
't Is in de eeuwigheid nog nooit anders gegaan
          Bm               G
De eerste merel die fluit
           Em        A     D
De eerste knoppen schieten uit
             Bb        Gm
En ook al geloof je me niet
           Gm           F
Opeens verdwijnt je verdriet
             Gm             Dm                C
Het is in de eeuwigheid nog nooit anders gegaan


[Outro]
          Bb              Am
d'r Komen zo veel nieuwe lentes
Bb              Am
Zo veel nieuwe zomers
   Bb              Am             F
En zo veel nieuwe liefdes voor je aan