| C          | Am         | Dm         | G7         |

[Verse 1]
C                             Am
  Het is zes uur, ik heb mijn werk gedaan,
Dm                               G7
  'k heb nog geen zin om al naar huis te gaan.
C                                 Am
  Daar is het leeg, een soort van   niemandsland,
Dm                           G7
  er wacht op mij alleen een kamerplant.

[Pre-Chorus]
F                     G                Em              Am
  Dus rij ik wat rond op de fiets, wie weet gebeurt er straks wel iets.
   F                F               G                G
'n Heel leuk meisje op de stoep die naar me kijkt wanneer ik roep:

[Chorus]
C              Am            F    G
He, waar ga je zo alleen naartoe?
C             Am                F    G
Achterop mijn fiets is plaats genoeg.
C        Am      F
Waarheen gaan we samen?
   G                   G                C        C
'k Rij met jou naar de Zuidpool als het moet.

[Verse 2]
C                         Am
  Wat is het leven zonder   avontuur?
Dm                              G7
  Ik wil graag spanning voelen, ieder uur.
C                           Am
  Wanneer en waar beleef ik het moment
Dm                          G7
  dat er een meisje zich in mij erkent?

[Pre-Chorus]
F                   G               Em                     Am
  Ik weet zeker dat zij bestaat, ze moet hier ergens lopen   over straat.
F                F              G                G
Ik deel met haar één gevoel, ze snapt meteen wat ik bedoel met:

[Chorus]
C              Am            F    G
He, waar ga je zo alleen naartoe?
C             Am                F    G
Achterop mijn fiets is plaats genoeg.
C        Am      F
Waarheen gaan we samen?
   G                   G                (C)
'k Rij met jou naar de Noordpool als het moet.

[Interlude]
| C          | Am         | Dm         | G7         |
| C          | Am         | Dm         | G7         |

[End-Chorus]
C              Am            F    G
He, waar ga je zo alleen naartoe?
C             Am                F    G
Achterop mijn fiets is plaats genoeg.
C        Am      F
Waarheen gaan we samen?
   G              G                   C       C        C        C
'k Rij met jou de wereld rond als het moet,
       C
en het moet.