G                   C           Dm     G       C
Ik noem haar Sproetje, Sproetje, Sproetje, omdat er op haar snoetje
A7/C#   Dm              Dm   G       D7                G
en haar neusje, lief en fijn duizend gouden sterretjes zijn.
            G                   C            Dm       G        C
Ja, ja, ja, Sproetje, Sproetje, Sproetje, zo met haar strooien hoedje,
A7/C#   Dm           Dm    G         C/G    G
en haar jurkje van satijn, wordt wel op een dag de [Interlude] mijn.

[Interlude]
C        Am        Dm        G
C        Am        Dm        G

[Verse 1]
    C       G    C                  F      G      C
Wij woonden in dezelfde straat, wij gingen naar dezelfde school,
   C          G     C                 F             G          C
ik droeg haar boekentas heel vaak, ik schreef zelfs straf voor mijn idool.
   D                  G                  D            G
Ik heb voor haar, ja, meer dan eens, wel hevig moeten vechten,
        D                    G            D           Dm   G*
want de rakkers uit de grote klas trokken aan de rode vlechten.

[Chorus]
              G                   C           Dm     G       C
Van mijn lief Sproetje, Sproetje, Sproetje, omdat er op haar snoetje
A7/C#   Dm              Dm    G       D7                G
en haar neusje, lief en fijn, duizend gouden sterretjes zijn.
            G                   C            Dm       G        C
Ja, ja, ja, Sproetje, Sproetje, Sproetje, zo met haar strooien hoedje,
A7/C#   Dm           Dm    G         C/G    G
en haar jurkje van satijn, wordt wel op een dag de [Interlude] mijn.

[Interlude]
C        Am        Dm        G
C        Am        Dm        G

[Verse 2]
    C         G       C                 F       G       C
Een paar zijn wij, of ik het weet, waar ging zo vlug de tijd naartoe,
    C       G      C                F      G             C
dat ik voor jou je huiswerk deed en nu ben jij 't die 't werk thuis doet.
   D             G                 D               G
De ooievaar, die kwam dit jaar, ik ben van vreugde dronken,
     D                  G                     D            Dm   G*
want hij heeft mij, wat ben ik blij, een lief dochtertje geschonken.[End-Chorus]
             G                   C           Dm     G       C
Ik noem haar Sproetje, Sproetje, Sproetje, omdat er op haar snoetje
A7/C#   Dm              Dm    G       D7                G
en haar neusje, lief en fijn, duizend gouden sterretjes zijn.
            G                   C            Dm       G        C
Ja, ja, ja, Sproetje, Sproetje, Sproetje, zo met je leuke toetje,
A7/C#   Dm            Dm   G      C/G     G        C      C     C
als wij oudjes zullen zijn zul je nog ons sproetje zijn,
N.C.
Sproetje.