D  A  Bm G
D  G  A  D


[Verse 1]
Am                    G
- Als je denkt het is over
F                       C
- Ik hou niet meer van hem
Am                   G
- Ik wil het niet geloven
         F        G        C
Maar ik hoor het aan mijn stem.
Am                      G
- Zo kan het toch niks worden
F                    C
- En hij komt wel terecht
Am                   G
- Is er ineens wat twijfel
 F              G         A
Als hij bij het afscheid zegt:


[Chorus]
   D                A
't is nog niet voorbij
  Bm            G
Blijf maar bij mij
    D                E
Er kan er toch maar één zijn
    G            A
Die ene dat ben jij.
   D                A
't is nog niet voorbij
  Bm            G
Blijf maar bij mij
    D                G
Er kan er toch maar één zijn
    A            D
Die ene dat ben jij.


[Verse 2]
Am                  G
- Wie kon jou voorspellen
F                    C
- Wat jij verliezen zou?
Am                         G
- Maar je hoort jezelf nu zeggen
    F        G        C
Ik hou niet meer van jou.
Am                       G
- Een laatste kus, wat tranen
F                     C
- Ach kom nu moet je gaan
Am                     G
- En hij is al bij de voordeur
         F         G           A
Maar je hoopt dat hij blijft staan.


[Chorus]
   D                A
't is nog niet voorbij
  Bm            G
Blijf maar bij mij
    D                E
Er kan er toch maar één zijn
    G            A
Die ene dat ben jij.
   D                A
't is nog niet voorbij
  Bm            G
Blijf maar bij mij
    D                G
Er kan er toch maar één zijn
    A            D
Die ene dat ben jij.


[Chorus]
   D                A
't is nog niet voorbij
  Bm            G
Blijf maar bij mij
    D                E
Er kan er toch maar één zijn
    G            A
Die ene dat ben jij.
   D                A
't is nog niet voorbij
  Bm            G
Blijf maar bij mij
    D                G
Er kan er toch maar één zijn
    A            D
Die ene dat ben jij.


[Outro]
    D                G
Er kan er toch maar één zijn
    A            D
Die ene dat ben jij.