G C G D G


[Verse 1]
G
Dit is de tango van het blote kontje
            C                            D
dit is de tango van het poedelnaakte strand
         G                               Bm
Mevrouw de Wit is net zo poedel als d’r hondje
    Am                                 D
hier in dit grote blote hemelbed van zand
D7                                    G
Zo is de trend we halen alles naar beneden
D7                                    G   G7
met deze tango van het progressieve niets
C                   F
Oh het is een grote zegen
       Em               Fdim
want we zijn de stof ontstegen
 D                              G D G
met de blote piemel op de waterfiets


[Chorus]
G
Dit is de tango van het blote kontje
             C                           D
alweer een doorbraak met een positief geluid
G                                             Bm
Hier is geen sprake van een borstrok of een bontje
          Am                            D
ze zeggen uit is goed voor u dus alles uit
            D7                                     G
Je weet als leek niet waar je’t eerste naar moet kijken
D7                                              G G7
je ziet zoveel en toch ook zo weinig langs je gaan
C                      F
body-builders en hansworsten
Em                Fdim
en diverse damesborsten
D                               G D G
kijken je met grote roze ogen aan


[Chorus]
G
Dit is de tango van het blote kontje
C                                         D
we gaan weer kontjesmaat terug naar de natuur
G                                        Bm
Het blote leven dat is zoeter dan een klontje
              Am                         D
je staat zo open voor de andere ’t is zo puur
           D7                                G
en hier verkoop je niemand knollen voor citroenen
            D7                                G  G7
geen enkele bil is wit maar bruin al wat je ziet
C                               F
het hele lijf maar dan ook het hele
Em                     Fdim
zelfs de kleinste onderdelen
D                                        G D G
en dat is toch een vooruitgang vind je niet


[Bridge]
F                   Bb
Weet je wat nou merkwaardig is mensen
F                          Bb
weet je wat nou het meeste opvalt op het naaktstrand
   F
de billen


[Verse 2]
   Bb                                   F
Het valt me op dat billen op elkander lijken
 F                                       Bb
Vooral wanneer je ze wat langer kunt bekijken
 Bb                                        F
Er zijn er bij die kijken uitgesproken geinig
                    F                           Bb
en d’er zijn ook andere en die zeggen me maar weinig
             Bb                            F
Ik vind dat billen ook iets hebben van gezichten
           F                              Bb
je ziet meteen of ze van neven zijn of nichten
                 Bb                           D#
En ik zag twee trieste billen in het water staan
          F                                    Bb   F Bb
zo van waarom komt hier nou nooit eens iemand aan
Bb                                           F
Ik ben niet kritisch maar de meeste billen hangen
F                                          Bb
of ze hebben van die rare kreukels in de wangen
           Bb                        F
Je hebt belegen billen en ook hele blitse
       F                                 Bb
en sjacherijnige mensen hebben van die spitse
       Bb                               F
maar tante Stien en tante Nel en Tante Nora
    F                          Bb
die van die grote dozen van Pandora
           Bb                             D#
En ik zag een treurig dametje helemaal alleen
        F                                       Bb F Bb
toen dacht ik bij mezelf ‘verhip die heeft er geen’


[Outro]
G
Dit is de tango van het blote mensje
C                                               D
Hij zoekt zichzelf en stapt pardoes uit zijn peignoir
G                                                 Bm
Zij draagt haar eigen borstjes, hij zijn eigen pensje
Am                                             D
waar eerst z’n stropdas zat zit nu een plukje haar
D7                                    G
We hebben afgerekend met een vroom verleden
D7                                        G   G7
hier lopen mensen als herboren kinderen rond
C                         F
En je voelt je zoveel vrijer
Em                       Fdim
en je voelt je zoveel blijer
D                                   G D G
want de blijheid zit ‘em in die blote.....