Am  G  F  Em  Dm  G  Am
Am  G  F  Em  Dm  G  Am


[Verse 1]
Am               G
In Oslo waait de wind recht van de polen,
    F                        Am
Van mama’s mag geen kind met zonder muts naar school.
Dm7                 G
Johannes Paulus die snottert, hoest en niest,
        Am
En zijn wijwater bevriest.


[Verse 2]
Am                  G
In Brussel vries je aan de deurknop vast,
        F                                 Am
En geen hond die daar met dit weer op het stoepje plast.
Dm7                 G
En nu pas blijkt de sneeuwploeg van Turijn,
            Am            A
Slechts één man te zijn!


[Chorus 1]
Dm7           F     C
Blijkt dat de wintermode,
C
Niet echt stoelt op kennis,
Dm7       F
Want in Parijs,
     C
Daar kermen alle Parisiennes,
Dm7          F                 Am
En Pierre Cardin slaat de ogen neer,
G    C G          F    G     C
T’is bivak, ’t is bivakmutsenweer.


[Interlude]
G  G#m  Am


[Verse 3]
Am             G
Een rayonhoofd bezigt ferme taal,
              F               Am
En jawel hoor daar is Sipkema op het journaal,
Dm7          G
De A2 die is glad ondanks het zout,
       Am
Het is stervenskoud. Eh ah, ah


[Verse 4]
Am                 G
Men heeft zijn zuidwester omgekeerd,
            F
Want het is noordoosten wind,
          Am
En het is hondenweer,
Dm7                   G
Dus strikt genomen en alles welbeschouwd,
       Am
Is het stervenskoud.


[Interlude]
Am  A


[Chorus 2]
Dm7
Er zijn berichten,
     C
Over tweede graad verminkte oren,
Dm7
Er rijdt geen trein,
        C
Want de bovenleiding is bevroren,
F               Am
Er is overal ontwricht verkeer,
G    C G          F    G     C
T’is bivak, ’t is bivakmutsenweer.
C
(Moet je nou horen!)


[Bridge]
         E
De kruidenier, (kom ’t is net voorbij)
            Am
Wordt op de proef gesteld, (ik weet ’t niet meer)
         E
De kruidenier, (ik weet ’t echt niet meer)
             Am
Is niet meer zeker van z’n zaak,
        F
Want ’t kuipje, (net 50 dozen gekocht)
    G
Met ijskoud, de zachtste (?),
       D7
Blijkt minder goed smeerbaar, (beton!)
    G         Ab
Tot ieders vermaak. (Lach er maar om)


[Instrumental]
Am  G  F  Em  Dm  G  Am


[Verse 5]
Am                         G
De kruiende schotsen op de Nieuwe Waterweg,
   F                         Am
De Leghorn en de Barnevelder raken van de leg,
                   Dm7                       G
Je vriest half je scrotum af in Dokkum en verdomd je zal het zien,
           Am
De rest in Bartlehiem!


[Interlude]
Am  A


[Chorus 3]
Dm7                C
W.A. van Buren die kluunt zelfs niet meer al te bijster,
Dm7                      C
Nu ’t al te koud is voor beren, burger, Jäger(piep) (Eigenlijk Jägermeister),
Dm7                        C
’T is erg vervelend en het spijt ons zeer,
G    C G          F    G     C
T’is bivak, ’t is bivakmutsenweer.


[Verse 6]
F
Nergens in Nederland,
C
Is nog antivries te krijgen,
F                       C
De prijzen van de lange onderbroeken blijven stijgen,
F                                 Am
Dus blijft het bij uw tangaslip, mijnheer,
G    C G          F    G     C
T’is bivak, ’t is bivakmutsenweer.
 C      G     F       G
(Auto’s raken vol met butsen),
G    C G          F    G     C
T’is bivak, bivakmutsenweer.
 C       G       F       G
(Rapen ?,tanden, dieren, butsen ?)
G    C G          F    G     C
T’is bivak, bivakmutsenweer.
 C      G            F    G
(Rijden wij zo langs alle kusten ?)
G    C G          F    G     C
T’is bivak, bivakmutsenweer.
G    C G          F    G     C
T’is bivak, bivakmutsenweer.
(Fade Out)