F Bb  Gm    Bb  F  Dm  Bb

[Verse 1]
Bb
Ik heb een mansarde gemeubeld gehuurd
     Gm         Cm               E
Vlak neffes een klein stamineeke
       Cm                   F         Cm
Bij 't Antwerpse Steen, een gezellige buurt
     F        Cm       Bb    Gm
Daar wil ik u even van spreken

[Verse 2]
   Bb                       Am             Gm
Ik woon daar alleen en geen mens die me stoort
         Bb                          Cm
Door het raam zie ik de wolken verschuiven
    Eb                   Dm             Gm
Het enig geluid dat ge daar bij me hoort
    Cm                    Bb  Cm
Dat is het gekoer van m'n dui-ven

[Chorus]
   F                Gm    Bb
Ik zie zoe gere m'n duivenkot
         E                      Cm
Daar te zijn is m'n grootst genot
                          Gm Cm
Want daar kun je alles verge-ten
              Am             Cm
En zul je van zorgen nooit weten

[Chorus 2]
   Bb               Gm    Bb
Ik zie zoe gere m'n duivenkot
         E          Cm
Daar te zijn is m'n grootst genot
    F           Gm          Bb
Kom deel nu met mij daar je leven en lot
  F               Bb
Hoog op m'n duivenkot

[Verse 3]
      Dm          F                        Dm
M'n buurman, de baas van het klein staminee
   Gm        Cm               Gm
Is ook al verzot op m'n duiven
     Cm                    F
Hij gaat ieder zondag een keer met me mee
         Am                   F
Dan moet ge ons samen zien schuiven

[Verse 4]
     Bb             Gm          Bb
Die baas heeft een dochter, een duifke gelijk
                              Cm
Zo lief en zo slank is dat blondje
   Eb                         Bb       Gm
En als ik haar diep in haar oogjes dan kijk
    Cm                        F
Dan klinkt uit haar lachende mondje

[Instrumental]
Bb  F  Gm  Bb    B  Cm    Eb  Cm  Gm  Cm    Eb    Am
Bb  am  Gm  Bb    B  Dm  Cm    Am  Bb    F  Dm  Bb

[Verse 5]
Bb
Toen heb ik dat duifke naar boven gebracht
   Gm         E           Cm     Gm
En ben er een nestje gaan bouwen
   Cm
Gelijk als een duiver houd ik daar de wacht
      F           Cm          Dm     Gm
Want duifkes zijn niet te vertrouwen

[Verse 6]
     Bb                               Gm
Geen duiver laat ik op m'n duivenkot toe
    Bb                           Cm
M'n duifke zal ik heus zelf wel voeren
      Eb                     Bb         Gm
Want 'k weet als een andere duiver haar ziet
    Cm                      Bb   Gm
Dat hij ook dat liedje zal koeren

[Chorus]
   Bb                Gm      Bb
Ik zie zoe gere m'n duivenkot
                Cm
Daar te zijn is m'n grootst genot
Eb                        Gm Cm
Want daar kun je alles verge-ten
              Eb              F
En zul je van zorgen nooit weten

[Chorus 2]
   Bb      Dm       Gm    Bb
Ik zie zoe gere m'n duivenkot
         E          Cm
Daar te zijn is m'n grootst genot
                Gm          Bb
Kom deel nu met mij daar je leven en lot
F                 Bb  F
Hoog op m'n duivenkot