G      G     G      G
G      C     C D C  G
D  C   G     G
Introduction-talk

[Verse 1]
   G               D            G
In Elverdinge daar is 't dat ie staat:
C                               D            G
Georges, 'n klein ventje, een sigaar in zijn mond;
           C                       G
een zwarte mutse en lappen op zijn knieën
   G                      D      G
en al die paseert hèt hem daar gezien.

[Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G     D7        G
blijf gie maar staan.

[Interlude]
G   D7   G   Am
D7  D7   G   G

[Verse 2]
   G                  D          G
In warme dagen zat ie plat op de grond
         C                D            G
tegen de meur waar dat ie anders tegen stond;
    C                                   G
der valt in de straat altijd wel wat te zien:
   G                          D           G
een scheur in mijn vest en ne lap om mijn knieën.

[Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G     D7        G
blijf gie maar staan.

[Interlude]
G   D7   G   Am
D7  D7   G   G

[Verse 3]
G                        D              G
  En ik hè zo dikwijls gepeisd in 't passant:
   C                               D           G
nu zet ik mijnen auto, heel mijnen boel aan de kant
      C                               G
en 'k ga met dat ventje een babbeltje slaan,
              G                D         G
Ja, 'k ga met Georges tegen de meur gaan staan.

[Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G     D7        G
blijf gie maar staan.

[Interlude]
G   D7   G   Am
D7  D7   G   G

[Verse 4]
G                              D         G
  Allee, kom zij' j' zot, rijd zere maar voort,
   C                               D           G
de mensen gaan wel zeggen: zijn verstand is verstoord;
    C                                        G
daarbij, 'k hè geen tijd, 'k ben veel t' overlaan,
   G                            D       G
'k hè ne stal vol koeien die te wachten staan.

[Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G     D7        G
blijf gie maar staan.

[Interlude]
G   D7   G   Am
D7  D7   G   G

[Verse 5]
     G                        D          G
Mijn huis moe gebouwd en mijn land moe bezaaid,
     C                         D          G
mijn boomgaard geplant en mijn gras moe gemaaid;
   C                                    G
de stove moe nog branden en de paster bezocht,
            G                            D         G
want 'k wil zere nog trouw'n, d'r moeten kinders gekocht.

[Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G     D7        G
blijf gie maar staan.

[Interlude]
G   D7   G   Am
D7  D7   G   G

[Verse 6]
      G                            D    G
En ze moeten ton naar schole goe gediplomeerd,
   C                     D       G
ne villa nen auto proper g'installeerd;
         C                                 G
der moet hard gewrocht om deur 't leven te slaan
G                             D           G
of je kunt van armoe langs de strate gaan staan.

[Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G     D7        G
blijf gie maar staan.

[Interlude]
G   D7   G   Am
D7  D7   G   G
C   C    G   G
D7  D7   G   G

[Verse 7]
   G               D            G
In Elverdinge daar is 't dat ie stond:
C                               D            G
Georges, 'n klein ventje, een sigaar in zijn mond;
           C                       G
een zwarte mutse en lappen op zijn knieën
   G                      D      G
en al die paseert hèt hem daar gezien.

[End-Chorus]
      G             D7         G             D7
Klein ventje, klein ventje, de wereld mag vergaan,
G         D7   G
blijf gie maar staan.