C C [Verse 1] C F C G C Een koning is geboren, een koning, een koning; C F C G C een koning is geboren, heb je 't al gehoord? F C G C Hij kwam op aarde wonen als baby'tje zo klein, F C G C F G C voor alle mensen, ook voor jou, wil Hij de koning zijn. [Verse 2] C F C G C Waar is Hij dan geboren, die koning, die koning; C F C G C waar is Hij dan geboren, ik denk in een paleis? F C G C O, nee, die koning die ik ken, de machtigste van al, F C G C F G C die kwam niet in een mooi paleis maar in een arme stal. [Verse 3] C F C G C Waar moet Hij dan in slapen, die koning, die koning; C F C G C waar moet Hij dan in slapen, een gouden hemelbed? F C G C O, nee, die koning die ik ken die heeft geen bed van goud, F C G C F G C geen pracht en praal, maar o, zo kaal, een kribbetje van hout. [Verse 4] C F C G C Wat draagt Hij dan voor kleren, die koning, die koning; C F C G C wat draagt Hij dan voor kleren, een jas van hermelijn? F C G C O, nee, die koning die ik ken die heeft er zelfs niet één F C G C F G C en ook geen hemdje van satijn maar doekjes om zich heen. [Verse 5] C F C G C Hoe kan ik Hem dan vinden, die koning, die koning; C F C G C hoe kan ik Hem dan vinden, weet jij misschien de weg? F C G C Die koning is dichtbij je, je hoeft niet ver op reis; F C G C vraag Hem in 't kribje van je hart, dan wordt het een paleis, F G C dan wordt het een paleis.
Tenha acesso a benefícios exclusivos no App e no Site
Chega de anúncios
Badges exclusivas
Mais recursos no app do Afinador
Atendimento Prioritário
Aumente seu limite de lista
Ajude a produzir mais conteúdo